Populariteit duurzame energie blijft stijgen in heel Europa

Het opwekken van energie uit zonnepanelen en windmolens blijft in toenemende mate populair. Hoewel die populariteit in bijvoorbeeld Nederland het hardst stijgt, wekte de gehele Europese Unie afgelopen jaar meer duurzame energie op dan dat er energie uit kolencentrales werd opgewekt. Toch zijn er, onder andere in Nederland, nog grote stappen te maken.

Het zijn rapporten die de harten van milieuliefhebbers sneller doen lopen. Uit cijfers van Agora Energiewende en Sanbag bleek dat er afgelopen jaar in de EU 12 procent meer duurzame energie werd opgewekt, in vergelijking met 2016. Nederland doet het goed wat betreft het minimaliseren van energieproductie uit kolen, en ook de duurzame energieproductie nam toe, maar toch zijn er nog een hoop verbeterpunten.

Meer gas, minder kolen, onvoldoende duurzaam

Zoals in andere Europese landen haalden we in Nederland steeds minder energie uit kolen. De productie van groene stroom nam toe met 10 procent. Het grootste deel van onze duurzame energie halen we, logischerwijs, uit wind: 60 procent. 13 procent van onze duurzame energie halen we uit de zon, wat niet veel lijkt, maar toch een grote stijging van 60 procent ten opzichte van 2016, die toe valt te schrijven aan de prijs van de panelen en de populariteit van zonnepanelen bij zowel huishoudens als bedrijven.

Toch moet Nederland in de toekomst nog veel meer energie uit duurzame bronnen gaan halen, zeker kijkend naar het feit dat de overheid de gaskraan in Groningen langzaam moet gaan dichtdraaien om verdere aardbevingen en schade aan huizen te voorkomen. Afgelopen jaar haalde Nederland namelijk 49 procent van hun energieproductie uit gas, dat is zelfs 3 procent meer dan het jaar daarvoor. Niet al dat gas kwam uit Nederland, maar voor een economie die niet te afhankelijk is van buitenlands gas en de binnenlandse gaskraan wil dichtdraaien lijkt een verdere ontwikkeling van duurzame energie noodzakelijk, zeker omdat momenteel nog maar 15 procent van onze energie duurzaam is. Ter illustratie, in Denemarken is dat een jaloersmakende 74 procent. Een schril contrast.

Een groen(er) Europa

Hoewel de Europese Unie dus meer duurzame energie opwekt dan dat het energie uit vervuilende kolencentrales haalt is bijvoorbeeld te danken aan het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, die samen bijna 50 procent van de duurzame energieproductie op hun naam konden schrijven. Als de EU op de huidige koers doorgaat dan zal in 2030 de energieproductie twee keer hoger zijn dan in 2015. Dat is niet alleen milieuvriendelijker, het zal ook nog meer inkomsten opleveren. Toch is de verwachting dat het doel van de EU, om in 2030 27 procent van alle energie duurzaam te laten zijn, niet gaat halen. Er wordt verwacht dat het aandeel van duurzame energie op de totale energieproductie in 2030 in de EU 24 procent zal zijn.

Juist dankzij de doelstellingen van de EU heeft zich een industrie rondom duurzame energie ontwikkeld die ervoor zorgt dat de kosten van bijvoorbeeld zonnepanelen, elektrische auto´s en software en systemen veel goedkoper zijn, waardoor er aan de vraag met een goedkoop aanbod tegemoet kan worden gekomen.

In Nederland kon men dat zien aan de zonne-energie: afgelopen jaar werden er maar liefst 3,1 miljoen panelen geplaatst in ons land. Een grote reden voor die stijging is de prijsdaling van maar liefst 25 procent ten opzichte van de jaren daarvoor. In Azië (met name Vietnam) wordt het gros van onze zonnepanelen gefabriceerd, wat een verklaring is voor de lage prijs.

Plaats een reactie